Zo’n vijf jaar terug kreeg Pien een tijd gitaarlessen van Linda, sindsdien is ze met haar bevriend. Meestal gingen ze op dinsdagavond samen naar de film, maar nu Piens koor op die dag repeteert, komt het er niet vaak van.
‘Er draait een oude Nicole Kidmanfilm, The Others, in het Eyetheater.’ Daar belt Linda over op. Om een of andere reden hebben ze die nog niet gezien. Pien is een fan van Kidman, en Linda ook.
Ze spreken af. Bij het lezen van recensies op het internet, blijft Piens blik telkens haken. ‘Iets vreemds met een Victoriaans Landhuis,’ staat er, ‘stuipen op het lijf, spoken.’ Haar hartslag versnelt. ‘Bovennatuurlijke thriller, horrorfilm.’ Piens borst verkrampt, ze belt Linda meteen terug.
‘Sorry, Lin, nog even over vanavond. Ik ga niet. Het is een griezelfilm, dat is me veel te spannend.’
‘Hè jammer,’ zegt Linda, ‘Je kan toch af en toe je ogen dichtdoen?’
Maar Pien voelt haar nachtmerries al aankomen.
‘Laat je er alsjeblieft door mij niet van weerhouden,’ zegt ze.
‘s Avonds kijkt Pien op tv naar Heel Holland Bakt. Inzakkende taarten van de kandidaten, hun trillende mondhoeken bij druipend glazuur, kan Piens hazenhart nog net verdragen.
Twee dagen later belt ze Linda terug, over de film.
‘Was het erg eng?’
‘Nou ja, er klonk pianomuziek zonder dat er iemand een toets aanraakte, je hoorde vreemde stemmen in het huis, deuren gingen vanzelf open.’
Pien huivert.
‘Eerlijk gezegd denk ik niet dat jij het lang had uitgehouden.’
Pien is het roerend met haar eens.
E. Hopper, Nighthawks
‘Zelf heb ik daarna ook iets meegemaakt.’ Na afloop was Linda beneden in het theater wat gaan drinken aan de bar. Bij het wachten op haar bestelling, raakte ze in gesprek met een onbekende.
Pien kent Linda’s verhalen over mannen. Ze wordt altijd onmiddellijk verliefd, en stort zich dan in avontuur dat zelden standhoudt.
‘Hij kwam speciaal voor Kidman, net als ik.’ De horror deed hem weinig. ‘Een enige vent.’ Naar haar zeggen, hing Linda de hele avond aan zijn lippen. ‘Hij heet Roel.’
Piens hart trommelt tegen haar ribben, haar brein verduistert: Hij is toch alsjeblieft niet de cellist van het orkest, met wie haar koor pas nog heeft opgetreden? Met wie ze tête à tête gegeten heeft, na afloop innig heeft gezoend? En door wie zwermen vlinders haar binnenste bevolken? Het is nog pril, ze had de goden niet willen verzoeken, anders had ze Linda wel van hem verteld.
‘Zit hij ook in de muziek?’ Pien doet een schietgebedje.
‘Hij speelt cello, in zijn vrije tijd.’ Van Linda’s kant klinkt het vrolijk. ‘We hebben het nog laat gemaakt.’
‘Spannend,’ zegt Pien met bonkend hart. Een spervuur vragen in haar brein belemmert haar het spreken. Zijn jullie naar jouw huis gegaan? Of naar het zijne? Heb je hem daarna nog gezien? Een horrorscenario schemert haar voor ogen. Piens keel schroeft dicht.
‘Lin,’ zegt ze. ‘Ik hang maar weer eens op.’