Tussen Rosanne en zus Elly is zo zoetjesaan de lucht wel opgeklaard. Over twee dagen is Elly jarig, Rosanne zal een kaartje sturen. Vandaag maar niet. Wanneer ze er te vroeg mee is, ligt er te veel de nadruk op. Morgen maar. Alleen heeft ze het dan te druk, denkt er pas ’s avonds aan. Rosanne denkt: Ik feliciteer haar straks op Facebook wel. Eerst moet ze iets voorbereiden voor haar werk, vervolgens wordt ze opgebeld, handelt dan zelf twee telefoontjes af, onmiddellijk erna gaat ze uit eten. Benauwd beseft ze ’s avonds laat dat ze de kans alweer voorbij heeft laten gaan. Misschien moet ze haar zus maar vragen voor de koffie of een lunch. Dan hoeft ze ook haar hoofd niet over een cadeau te breken. Voordat het zo ver komt, belt Elly zelf.
‘Ik had op je verjaardag van me willen laten horen,’ zegt Rosanne. ‘Om een of andere reden kwam het er niet van.’
‘Dat zit in de familie,’ zegt Elly. ‘Ik schuif ook altijd alles voor me uit. Zoals ophouden met roken, daar komt het ook nooit van.’
‘Als je het alsmaar uitstelt, stop je uiteindelijk vanzelf,’ zegt Rosanne.
‘Jij hebt makkelijk praten, jij bent nu eenmaal zonder zonden,’ zegt Elly.
‘Mij hoor je niet zeggen dat het makkelijk is.’ Haar eigen zonden houdt Rosanne liever voor zich.
De week erna treft ze haar zus voor de ingang van het Amstelpark. Het is er warm, bewolkt, er lijkt een bui op komst. Naast Rosanne kuierend steekt haar zus een sigaretje op. Ze lopen naar een café achter in het park, De Hop. Daar zitten ze op het terras, met uitzicht op een vijver met fontein, een groot gazon vol eenden. De lucht betrekt. Ouders met kleintjes maken zich uit de voeten.
‘Als de bui los barst, gaan we gewoon naar binnen, zegt Elly.
‘Wat wil je?’ vraagt Rosanne. ‘Ik trakteer.’ Elly kiest pannenkoek met kaas en gember, Rosanne een salade.
‘En een wijntje?’ zegt Elly. ‘Op ons weerzien.’
‘Voor mij nu even niet,’ antwoordt Rosanne.
‘Ben je nog boos?’ vraagt Elly.
‘Welnee.’ Zo lang duurt dat bij haar niet.
Ze praten over Elly’s zoon, hun broers, Rosannes klaverjasclub, bestellen koffie. Elly steekt er nog een op, en lust ook wel een glaasje. ‘Jij?’
‘Ik heb mijn spaatje nog niet leeg,’ antwoordt Rosanne.
Door de rododendronvallei, langs een Japanse tuin lopen de zussen naar de ingang. Rosanne pakt haar fiets, Elly haar auto. Het klaart alweer wat op, van regen komt het niet.
Thuis warmt Rosanne bami op van gisteren, en krult zich op de bank met Nicci French, totdat ze knikkebolt. Een warm besef trekt door haar heen, het is haar weer gelukt. Ze heeft het drinken weer een dagje uitgesteld. Straks is ze er vanaf.