Twee januari hapt Roel net een koude oliebol weg als Giel opbelt: of hij en Pien zin hebben vanavond langs te komen. Met oud-en-nieuw, op nieuwjaarsdag en ook vandaag waren Rosa en hij met z’n tweeën. Daarom lijkt vanavond, coronair gezien wel veilig. Roel en Pien zitten zo’n beetje in hetzelfde schuitje, al was Roels jongste zoon er met oudjaar.
De opstelling bij Giel is ruim bemeten, de twee stellen zitten meters van elkaar. Roel heeft geen idee hoe ze erop komen, maar opeens gaat het gesprek over hoe leuk mensen het vinden om te werken. Volgens Giel zou iedereen het liefst de hele dag lui op het strand liggen, zich vol eten en spelletjes spelen. Roel gelooft er niets van, Pien evenmin.
‘Dat luie ligt me niet,’ zegt Roel. ‘Ik doe liever iets nuttigs en iets nieuws. Zo zit ik nu alvast in de redactie van dat muziektijdschrift, voor als ik met pensioen ben.’
‘Al beleef je daar maar weinig lol aan volgens mij,’ zegt Pien. Van Roel had ze dat niet hoeven zeggen. Maar dan denkt hij: voor de dag ermee dan maar.
‘Bij de redactie is het meer de vraag: blijf ik of niet?’ zegt hij. ‘De redacteuren zeggen nooit iets positiefs van wat ik heb geschreven, ze zeuren alleen over een formulering of een taalfout. In ieders stukjes trouwens.’
‘Wat vinden je lezers ervan?’ vraagt Rosa.
‘Dat tijdschrift wordt amper gelezen,’ antwoordt Roel. ‘Hooguit de tips voor optredens op youtube. Daarna belandt het in de kattenbak. In feite schrijf ik voor de kat zijn kont.’
Van dichtbij houdt Giel een schaal met kaasblokjes onder Roels neus.
‘Lekker.’
‘Als je het schrijven zelf maar leuk vindt,’ meent Rosa.
Maar ook dat is niet het geval.
Roel draait zich van zijn ene op zijn ander zij, voorzichtig om Piens rust niet te verstoren. Ik moet ook niet zo laat nog over serieuze zaken praten. Dan kom ik nooit in slaap, denkt hij. Wat voelt mijn maag zwaar, mijn hart bonst te snel, heb ik de verwarming nou laag gezet? Die stomme redactie had ik me nooit aan moeten halen. Waarom moet ik zo nodig schrijven? Dat is iets voor Pien, die is Neerlandica. Haar hoor ik ook nooit klagen over werkbespreking of vergaderen. Zal ik het opgeven? Is het mijn eer te na? Wat nou: eer. Potverdorie, wat zit het leven ingewikkeld in elkaar. Boven zijn hoofd hoort Roel de buren lopen, die slapen ook nog niet.
Hij dommelt in. Om vijf uur moet hij plassen. Zijn opwinding is geluwd. Ik stap eruit, weet hij opeens zeker, ze redden het in de redactie wel zonder mij. Een grote rust en zekerheid daalt over hem. Dezelfde vredigheid waarmee Roel om negen uur ontwaakt. Hij heeft zin in het nieuwe jaar en nieuwe kansen.
Leuk stuk. Leest lekker. vooral het stukje over niet in slaap komen is herkenbaar.
Jij gaat zelf toch niet stoppen met je redactiewerk?
Ha, ha, nee hoor. Roel stopt ermee.