Keulen en Aken

Roel vraagt maar niet wat Pien haar dirigent vertelt. Zoiets als dat haar huwelijk hecht is en voor eeuwig, hoopt hij. In niet mis te verstane bewoording, vermoedt hij. In elk geval droogt Falco’s stroom berichten op.
‘Zie je wel,’ kan Roel niet nalaten te zeggen.
‘Toeval,’ beweert Pien.
‘Misschien had je ongemerkt verwachtingen gewekt en heeft Falco zich eraan vastgeklampt,’ zegt Roel.
‘Zou je denken?’ vraagt Pien.
Snijden zijn gedachten hout? Ziet hij spoken? Voordat Pien dat verwijten kan, zegt hij:
‘Zoiets is mij vroeger ook eens overkomen.’

Meteen heeft Roel al spijt. Voor nu is die historie veel te ingewikkeld.
Helaas wil Pien meteen het fijne ervan weten.
Een tipje van de sluier dan:
‘Een vijftien jaar geleden, Anne was nog kerngezond. De vrouw om wie het ging was een fluitist in mijn orkest. We praatten met elkaar tijdens de repetities en erna, er volgden mails en telefoontjes – aan appjes deden we nog niet.’
Wat hij vertelt moet klinken als een onbevangen vriendschap, net als hij er toentertijd -aanvankelijk althans- met Anne over sprak. De rest zal hij Pien later wel vertellen, neemt Roel zich voor. Dat hij zich eerst vooral gevleid voelde, gecharmeerd, en toen verliefd werd. Dat hij dacht: we merken wel wat er gebeurt, ik ben er zelf toch bij. Maar dat intussen zijn gevoelens alsmaar sterker werden. Hun zogenaamde vriendschap ging steeds een stapje verder: intiemere ontboezemingen, terloops aanraken, elkaar tegenkomen in de buurt, zogenaamd toevallig. Wat verwachtte hij, waar klampte hij zich toen aan vast?

‘Wat vond Anne ervan?’ vraagt Pien.
‘Ze was er niet blij mee,’ antwoordt hij. Zacht uitgedrukt. Ze merkte het meteen toen hij verliefd werd, wilde dat hij een punt achter zijn ‘vriendschap’ zette. Hij vond het overtrokken, verweet Anne achterdocht, kleingeestigheid. Wat tot spanning leidde in hun huwelijk. Zelfs nu slaat soms het schaamrood hem nog uit. ‘Ik balanceerde op het randje van verliefdheid.’ Daar laat Roel het maar bij.

‘Zover zou ik het nooit laten komen.’ Pien bezweert het hem. ‘Never, nooit. Ik houd alleen van jou.’
Roel drukt zijn vrouw tegen zich aan.
‘Dat weet ik toch.’ Zie je wel, denkt hij, een huwelijk –de liefde- geeft zekerheid.
‘Wel vleiend trouwens op mijn leeftijd,’ zegt Pien later grijnzend, op Falco doelend.
Vleiend, weet Roel nu. Daar had ik het bij moeten laten. Schaapachtig lacht hij terug.

‘Stel dat ík het toen geweest was,’ zegt Pien. ‘In plaats van die fluitiste.’
‘Stel dat Keulen en Aken op één dag waren gebouwd,’ zegt Roel, alweer op zijn gemak.
Pien zet de televisie aan, gaat op de blauwe bank ertegenover zitten en klopt op de lege plaats naast zich.
‘Het achtuurjournaal begint,’ zegt ze. ‘Kom je kijken?’

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

3 reacties op Keulen en Aken

  1. Angeline Jansen schreef:

    Mooi, compact cursiefje met veel info.

  2. Margot schreef:

    …Info waar Pien weinig van mee krijgt. Veel dank weer, Angeline!

  3. Jos van der Steen schreef:

    De verborgen zieleroerselen van Ron zijn intrigerend. Wat hij niet vertelt schreeuwt om gedegen onderzoek. Maar is Pien wel de geboren rechercheur die daarvoor nodig is?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.