Sinds hij gepensioneerd is, leidt Lou een kabbelend bestaan. Week in week uit zijn kaartclub, wandelingetjes met Henk, praten met zijn dochter via skype. Bij zo’n gesprek komt ze terug op wat ze eerder vroeg:
‘Pa, waarom kom je niet bij ons wonen, in Ontario? Dan kan ik voor je zorgen als je oud en krakkemikkig wordt.’ Lou antwoordt, niet voor het eerst:
‘Wat moet ik daar zonder mijn vrienden, mijn klaverjas, zonder mijn Amsterdam?’
‘Je kan het toch proberen,’ zegt ze. ‘Een jaar of zo.’
Zal hij nog één keer in zijn leven iets nieuws beginnen, voordat hij indut of verkalkt? Hij wikt en weegt, en antwoordt haar ten slotte:
‘Proberen kan geen kwaad.’
Zijn vrienden hadden graag gezien dat Lou in Amsterdam zou blijven. Zijn trouwe maatje Henk is somber tijdens Lous vertrek. Lou houdt zich goed.
‘Je vindt vast weer een andere vent om mee te klaverjassen,’ zegt hij.
Inmiddels woont Lou bij zijn dochter, achter een hoog stuk zanderige kust van Lake Erie. Ik doe hier zowat alles voor het eerst, mailt hij. Ik weet niet eens hoe hier de wasmachine en de Wi-Fi werken. Mijn dochter legt het uit, en ik vergeet het weer.
Van alles staan gebruiksaanwijzingen op Youtube, mailt Henk terug.
Lous lijf wordt warm, wanneer hij na twee maanden voor het eerst eens met Henk skypet, en zijn vertrouwde grijze stekelkop weer voor zich ziet.
‘Bij een wandeling keek ik je nooit recht in je tronie,’ zegt Lou.
Henk grijnst terug.
‘Hoe is het leven daar nu?’ vraagt hij.
‘Naar de dichtstbijzijnde tent voor koffie of een lunch, moet ik per auto,’ antwoordt Lou. ‘Daar ben ik niet meer aan gewend. Ook niet aan sneeuw en ijs en kou. Vergeleken bij die stevige figuren hier ben ik een stadse schrielhans. Ze eten porties waar jij en ik ‘u’ tegen zeggen. En met jou?’
‘Sinds gisteren is Joep mijn maat bij klaverjassen,’ antwoordt Henk. ‘Hij lijkt me wel geschikt. Speel jij daar trouwens ook?’
‘Ik heb me net voor poolen aangemeld,’ antwoordt Lou. ‘Zelfs dat doe ik nu voor het eerst. Ik bak er niets van.’ Zijn Canadese avontuur ligt hem zwaar op de maag. In zijn gedachten ziet hij zijn vertrouwde Amsterdamse clublokaal weer even voor zich, de volle tafeltjes, zijn oude maatje tegenover hem, geroutineerd legt hij zijn kaart.
Drie weken later bij het skypen, vraagt hij Henk:
‘Lukt het een beetje met je nieuwe maat?’
‘Met jou kon ik lezen en schrijven,’ antwoordt Henk. ‘Maar hoe die Joep speelt, snap ik niet.’
Lou slikt.
‘Verdomme man, verandering is niets voor mij,’ zegt Henk. ‘Ik wou dat er van nieuwe partners een handleiding op Youtube stond.’