Hun eigen broek

Liever voorlezen? Klik hier

Roel kan er slecht van slapen. Bij het ontbijt zwijgt hij erover, beperkt zich tot de nieuwtjes in de krant. Wanneer Pien eenmaal wegfietst in de richting van haar huis, peinst hij: zal ik de jongens bellen? Maar niet meteen, bedenkt hij, want Jos werkt of is net uit de nachtdienst. En Mike ligt op één oor in Canada, daar is het middenin de nacht.

Roel moet wat lessen voorbereiden, maar concentreren lukt hem niet. Misschien moet hij Giel eerst eens bellen? Wie weet werpt die een ander licht op Piens bezwaren. Somber zegt Roel tegen zijn vriend:
‘Pien komt opeens met twijfels. Ons huwelijk staat op losse schroeven.’
‘Koudwatervrees?’ vraagt Giel. Roel haalt zijn schouders op tegen de telefoon.
‘Dat weet je nooit natuurlijk, zij gooit het op de erfenis. Wanneer ik kom te overlijden erft zij mijn huis. Ze is bang dat mijn zoons daar op uit zijn, dat die haar dan als boze stiefmoeder beschouwen, die dat afpakt, zei ze gisteren. En dat ze past voor ruzie in de tent.’
‘Wat heb jij toen gezegd?’ vraagt Giel.
‘Dat ze me overviel. Wat had ik moeten zeggen?’

Giel sproeit zijn antwoord door Roels kamer heen.
‘Wat ben je toch een slapjanus. Pien wil geruststelling, snap je dat niet? Je steun. Wat moet ze als je doodgaat? Soebatten met jouw zoons? Heeft ze op dat moment niets anders aan haar hoofd? Natuurlijk past ze voor ruzie, halve gare.’
Roels oren klapperen.
‘Weet je wat jij had moeten zeggen?’
Giel oreert, legt uit, drukt Roel van alles op het hart.
Wat ben ik weer een slappeling geweest, denkt Roel na afloop, een lapzwans. Van nu af aan nooit meer, neemt hij zich heilig voor.

Wanneer Pien net na vijven thuiskomt, omhelst ze Roel.
‘Ha lieverd, zegt ze. ‘Het is zulk heerlijk weer! Ben je buiten geweest?’
‘Alleen een poosje op het balkon, de planten water geven,’ antwoordt Roel. Veel ruimte voor wat prietpraat heeft hij niet. Zijn hoofd zit barstensvol met Giels boodschap, die hij de hele middag heeft herkauwd en met zijn zoons gedeeld. Die moet er eerst maar uit.

‘Ik weet niet wat me gisteren bezielde,’ zegt Roel ferm. ‘Terwijl het zo eenvoudig is: mijn zoons houden hun eigen broek maar op. Als hun moeder mij had overleefd, dan kreeg zij het huis. Maar zo is het nu eenmaal niet gelopen. Zodra jij mijn vrouw bent, erf jij het, stiefmoeder of niet. Dat heb ik ze gezegd, daar zijn ze het mee eens.’

Als Pien alleen een uitvlucht zocht, als ze een huwelijk niet ziet zitten, heeft Giel voorspeld, dan hoor je het meteen. Roel wacht. Pien kijkt hem onderzoekend aan.
‘Dat klinkt simpel,’ zegt ze. Haar ogen klaren op. ‘Dan durf ik het wel aan.’

Dit bericht is geplaatst in huwelijk, liefde, thuis. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.