Even zo vrolijk

Bij het lezen van zijn ochtendkrant zwiept Roel per ongeluk zijn thee omver.
‘Wat heb je toch?’ vraagt Pien. ‘Je sliep ook al onrustig.’
‘Laat maar,’ zegt Roel in zijn roestbruine ochtendjas. En dan: ‘Ik lag te miezemuizen over Wilma.’
Pien roert haar koffie, kijkt hem aan.

‘De Wilma?’ vraagt ze. ‘Van de redactie?’
‘Ja die.’ Zoals over alle redactieleden, heeft Roel ook over haar verteld. Wilma kan schrijven als de beste, over jazz vooral. Altijd een interview met achtergrond, over het instrument van een of andere amateur, een speciaal akkoordenschema of iemands repertoire. Maar bij vergaderingen kan Roel haar niet velen: andermans stukken leest ze niet en bij wat serieuzere gesprekken zit ze alsmaar te ginnegappen.
Tijdens het boodschappen doen twee dagen terug, komt Wilma weer ter sprake.
‘Cisca mailde dat ze het team met een nieuw lid wil uitbreiden,’ zegt Roel. ‘Volgens Vincent hoefde dat niet voor de kopij, daar is altijd te veel van. Wat Jan en ik beaamden, Cisca ook. Maar Wilma mailde even zo vrolijk dat zij nieuwkomers welkom heet. Dat scheelt in de kopij, schreef ze. Ik schreef terug dat ik gastvrijheid wel waardeer, maar dat ik niet begreep waarop ze die behoefte aan kopij baseert. Waarop Wilma pissig reageerde met: discussies voer ik niet over de mail.’
Pien ziet er geen reden in om slecht te slapen. Maar Roel zegt bij zijn nieuwe kopje thee:
‘Wilma is per direct uit de redactie gestapt. Cisca zei het gisterenavond toen ze me ergens anders over belde. Het drong niet meteen tot me door.’
‘Mijn hemel.’
‘Ik voel me er behoorlijk lullig over,’ zegt hij.

Roel wandelt door het Gijstbrecht van Aemstelpark, waar hij gegrepen wordt door herfstkleuren, struiken vol rode besjes en van tak tot tak springende vogeltjes. Aan de Amstelveenseweg wacht hij om over te steken naar de ingang van het Amsterdamse bos, met nog meer afgevallen blad, meer kale boomreuzen en houtig struikgewas. En meeneemkoffie in een tentje vlak vooraan.
Rozig brengt hij tijdens de lunch aan Pien verslag uit.
‘Ik kom bij de Boshalte, ik drink een cappuccino. En wie stapt daar van haar fiets? Cisca.’
‘Ook toevallig,’ zegt Pien.
‘Ik zeg dat ik die mail niet zo bedoelde, dat ik me schuldig voel over Wilma’s vertrek. Zij vindt het onzin. Wilma wil kalmer aan doen, zegt ze, haar man is net gepensioneerd.’
‘Dus nou heb je vannacht voor niets rottig geslapen,’ zegt Pien. Roel schokschoudert.
‘Toch jammer dat ze weggaat,’ zegt hij. ‘Je raakt nu eenmaal aan iemand gewend, ook aan d’r kuren. Dan wil je niet dat ze zo’n club opeens verlaat.’
Goedmoedig, met een mespuntje venijn zegt Pien:
‘Je kan gewoon niet tegen veranderingen.’ Roel gaapt.
‘Dat is goed voor mijn nachtrust.’

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.