Daar wordt hij niet minder van

Roel is de middelste van drie uit een kerkelijk gezin. De lof en prijs werd aan de Heer besteed, niet aan de kinderen. In hun ouders’ ogen waren die brutaal, toonden geen eerbied, verlummelden hun tijd. Pa en ma overlaadden hun kroost met reprimandes en af en toe een klap, wat in die tijd gewoon was: een jaar of vijftig, zestig terug alweer.
Roel en zijn broer en zus hebben ruimschoots de tijd gehad er het hunne mee te doen. Roel denkt dat hijzelf losgezongen is van schuld en boete. Geregeld prijst hij zijn kinderen, kleinkinderen en Pien. Wat zij bij hem ook doen.


Het is alweer zes weken terug dat Roel zijn broer vertelt over een fietstocht die hij net met Pien en vrienden heeft gemaakt. Tom zegt:
‘Zo, zo, Berg en Dal, daar was ik vorig jaar.’ Hij spuit weetjes over een ijstijd, zeven heuvelen en een Nederrijnse stuwwal.
‘Geen vraag naar ons, geen goed woord over een uitstapje tijdens de pandemie of alle kilometers die we berg op en af hebben gezwoegd,’ zegt Roel wanneer hij het aan Pien vertelt. ‘Maar ja, dat ben ik al een eeuw gewend.’
‘Je zuster heeft dat ook,’ zegt Pien. ‘Alsof ze zelf minder wordt wanneer ze iemand prijst.’
Ik zou het eens ter sprake moeten brengen, denkt Roel.

Een maand later vertelt zijn oudste broer hem aan de telefoon van een tennistoernooi dat hij de dag tevoren heeft gewonnen.
‘Goed hé,’ zegt Roel en vraagt meteen: ‘Herinner jij je soms of pa of ma ons vroeger wel eens prezen?’ Tom aarzelt, zegt dan:
‘Nee, pappa niet. Trouwens, mamma evenmin. Behalve dat ze de buurvrouw zei dat ik goed af kon wassen. Wat vond ik dat gênant als jonge jongen.’

‘Wij tweeën zijn ook bepaald niet van de complimenten,’ zegt Roel. ‘Terwijl ik best veel dingen goed vind van je.’ Hij steekt meteen van wal. ‘Bijvoorbeeld dat jij je gezin draaiend hield, toen Loes ziek was. Petje af,’ zegt hij. ‘En dat je naast je drukke baan de tijd vindt om te tennissen en zeilen op een hoog niveau en je werk in het repaircafé. Dat bewonder ik.’ Dan is hij wel zo’n beetje uitgeput. Tom blijft even stil.
‘Dat heb je me nog niet gezegd. Ik hoor zoiets graag,’ zegt hij. Ze praten verder over films en series op Netflix en over een bezoek van Tom aan zijn zoon in Brabant.

‘En?’ vraagt Pien na afloop. ‘Hoe vatte je broer het op?’
‘Hij klonk verbouwereerd,’ antwoordt Roel. ‘Mijn loftuitingen overvielen hem een beetje.’
‘Heeft hij je bedankt, kon er een complimentje voor jou af?’ Enigszins verbaasd graaft Roel in zijn geheugen.
‘Nee, dat niet,’ zegt hij. Het was hem niet eens opgevallen.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Eén reactie op Daar wordt hij niet minder van

  1. Angeline schreef:

    Mooi!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.