ZZP

Daniëlle werkt in hartje binnenstad in een seksclub achter de bar, en zorgt dat alles daar naar wens verloopt. Bij een dinertje in de buurtchinees met drie moeders van school verzwijgt ze dat. Het toeval wil dat een van hen, Isis, vertelt dat haar kantoor naar een pand in de binnenstad verhuist. Daar aan de overkant zit een hoertje achter het raam, zegt ze. ‘In een bikini, drie maten te klein.’

Hopelijk niet vlakbij mijn club, denkt Daniëlle, en net wil ze het adres vragen of iemand zegt: ‘Zolang zo’n vrouw er zelf voor kiest, moet ze vooral doen waar ze zin in heeft.’ Wat het startschot vormt voor hevig gekrakeel boven hun half leeg gegeten borden.

‘Eigen keuze? Ach, welnee!’ wordt er geroepen.

Daniëlle veegt haar haren naar achteren. ‘Die vrouw is gewoon een zzp-er, hoor,’ zegt ze, maar heeft er meteen spijt van.

Op hoge toon wordt de ene na de andere bewering gedaan: ‘Die vrouwen hebben allemaal een pooier,’ ‘Ik zou dat zelf nooit kunnen’, wat alle drie volmondig beamen. Daniëlle zucht, zodat de kaars op tafel flakkert. Terwijl ze zichzelf en Stefanie naast haar bijschenkt, bidt ze stilletjes: Houd er in vredesnaam over op. Maar Stefanie roept: ‘Het zal je moeder maar wezen.’

‘Of je man.’

Iedereen is het er roerend over eens: ‘Mijn man doet zoiets niet.’ Daniëlle weet beter.