De was op het balkon

Sinds gisterenavond weet Gert hoe hij op Facebook een bericht kan plaatsen. Nu verheugt hij zich op de honderd vrienden die zijn kleinzoon hem voorspelde. Wie luistert er op een doordeweekse dag nog naar een pensionair als hij? Hooguit zijn vrouw, zijn dochters en zijn kleinzoon. Bar weinig anderen.

‘Je moet wel iets leuks vertellen op je site,’ zegt Mies, zijn vrouw. ‘Anders haken mensen af.’ Ze hapt in haar beschuitje.

‘Iets over onze poes?’ vraagt Gert. ‘Dat zijn bek zomaar gaat klepperen als hij een mus ziet zitten of een duif?’ Mies haalt haar schouders op.

‘Nogal cliché.’

‘Misschien wel.’ Inderdaad heeft Gert poezenfilmpjes op tientallen Facebook sites gezien. Hij verdiept zich in zijn ochtendblad. Wie weet vindt hij daar iets.

Tegen elven zit hij in zijn werkkamer te kijken of de kinderen of kleinkinderen iets op Facebook hebben gepost. Vijf foto’s: zijn dochter voor Eiffeltoren en Orangerie, met en zonder man aan de Seine, zijn kleinzoon met vriendin. Gert klikt vijf opgeheven duimpjes aan. ‘Kom je?’ roept Mies. Koffie.

Bij de lunch zegt Gert: ‘Ik kan op Facebook wel iets over bridge vertellen.’ Hij smeert een boterham. De poes strijkt langs zijn kuiten. ‘Een partijtje van vorige week bijvoorbeeld.’ Mies roert haar thee.

‘Wel ingewikkeld hoor,’ zegt ze. Het wordt Gert zwaar om het hart. In hun douchecel loeit de centrifuge. Mies vraagt:

‘Hangen we de was nog even op voor ik straks weg moet?’ Sinds ze last heeft van haar rug doen ze dat samen.

Op zijn hurken trekt Gert het klamme goed uit de trommel en laadt het over in een plastic krat. Met zijn pet over zijn dunbehaarde kop, zijn vest aan, sjouwt hij zijn vracht naar het balkon. Het lage zonlicht verwarmt hem. Een voor een hangt hij Mies’ zwarte, blauwe, en mosgroene T-shirts ondersteboven op. De lange mouwen bungelen omlaag.

‘Alsof ze een wedstrijdje doen,’ zegt Mies. ‘Wie het langst op zijn handen kan blijven staan.’ Gert kijkt er nog eens naar.

‘Grappig.’ Iets voor Facebook? In de tuin beneden loopt zijn buurman. Mies geeft de kleren binnenstebuiten aan, Gert knijpt ze aan de spijlen van het rek. De witte etiketten in de naden wapperen als vlaggetjes. Zal ik dat opschrijven?

Rijen knijpers, wit en groen, steken boven het wasgoed uit. Net konijnenoortjes, denkt Gert. Leuk voor Facebook. Hij klapt de lege krat in. Met verende tred loopt hij naar de gang, waar Mies haar jas aantrekt.

‘Ik ga meteen door,’ zegt ze, en drukt haar lippen op de zijne.

‘Veel plezier,’ zegt Gert. Achter zijn werktafel klikt hij zijn tijdlijn open, en plaatst zijn eerste Facebook bericht: We hebben de was op het balkon gehangen.