Regisseuse

regisseuse2016Bovenin de Rabozaal van de Amsterdamse stadsschouwburg kijkt Elize hoe Medea zich op het toneel vernedert voor haar Jason. Had ik dat vroeger maar zo schaamteloos gedurfd, verwijt Elize zich, dan stond niet zij, maar ik daar nu op het toneel. Tranen rollen over haar wangen om de hoofdrolspeelster die schreeuwend en met blote borsten op de planken kronkelt, enkel een slip aan. Vanavond sleept Elize zich met tegenzin naar de kleine aula van een dorpsschool en repeteert hetzelfde stuk met zes amateurspelers. Ene Marleen, in spijkerbroek geperst, declameert vlak voor haar slungelige dorpsgenoot Wim: ‘Neem me …’ Wim kijkt haar afwachtend aan. Marleen spiekt op haar script: ‘…in je armen!’ Elize verbijt zich. ‘Marleen, Medea heeft het bij d’r vent verbruid!’ Elize kijkt de spelers aan: ‘Medea wil een herkansing! Ik doe het voor.’ Zodra Elize voor Wim knielt, waant ze zich in de schouwburg, het veelkoppige publiek muisstil, het toneel fel verlicht. Met omfloerste stem bidt ze haar Jason om genade, pakt zijn benen, grient: ‘vergeef me wat ik heb gedaan!’ Gepassioneerd wrijft ze haar verhitte hoofd tegen zijn buik. Dan stopt Elize abrupt en staat hijgend op. Wim staart verbouwereerd naar haar, de anderen applaudisseren. ‘Ik zou dat in het openbaar nooit durven,’ zegt Marleen, ‘zo gênant!’ Wankelend op haar benen buigt Elize het hoofd en neemt glimlachend het applaus in ontvangst.