Categorie archieven: reizen
Ik kan je nauwelijks meer verstaan
Op maandagavond draagt Gerda voor haar dichtersgroep zelf gecomponeerde poëzie voor over vrienden, hun eigenaardigheden en respect. Na de laatste strofe kijkt ze benieuwd de kring rond. ‘Mooi,’ zegt er een, een ander: ‘Origineel.’ ‘Een helder thema,’ zegt ene Addie, … Lees verder
Ik heb hem meteen maar gewassen
Zondag, Eric is jarig. Tegen twaalven loopt zijn zoon Richard binnen. Passende spijkerbroek, overhemd. Niet die verwassen troep uit zijn studiejaren, constateert Eric in stilte. Zijn zoon deed lang over zijn master, maar nu werkt hij dan toch bij een … Lees verder
Waar hij zijn krantje uit de bus pakt
Vier maanden al woont Lou achter een hooggelegen stukje kust van Lake Erie, Canada. Zijn dochters huis staat daar. Ze vroeg hem bij haar te komen wonen, zodat ze hem verzorgen kon wanneer hij oud en krakkemikkig werd. Wat had … Lees verder
Ik keek je nooit recht in je tronie
Sinds hij gepensioneerd is, leidt Lou een kabbelend bestaan. Week in week uit zijn kaartclub, wandelingetjes met Henk, praten met zijn dochter via skype. Bij zo’n gesprek komt ze terug op wat ze eerder vroeg: ‘Pa, waarom kom je niet … Lees verder
Kan je niet een keertje overslaan?
Roel brengt het weekend door bij Pien, sinds juli zijn vriendin. Na de linzensoep, die Pien gekookt heeft, vraagt hij: ‘Zullen we Bodyguard kijken?’ Knus samen op haar blauwe bank, turen ze naar een lijfwacht en zijn vrouw op de … Lees verder
Ik laat gauw van me horen
Sinds kort woont Pien het ene weekend bij Roel thuis, het andere weekend hij bij haar. Op een zaterdagavond staan ze van tafel op, en zet Pien meteen zijn televisie aan. Met wijlen zijn vrouw Anne in gedachten, die tien … Lees verder
Ben je hier met je man?
Marcel is een weekend alleen thuis. Gisterenavond is hij met een vriend naar de film geweest, Dogman. Ze hebben er lang over nagepraat. Vanochtend stoft hij lampenkappen af, zoals hij zijn vrouw heeft beloofd. Hij draait een was, hangt hem … Lees verder
Ze zet de tuindeuren wijd open
Boven Marleens hoofd klinkt ritmisch bonken -rennende voeten-, geschreeuw. Haar man Wil kijkt uit zijn boek op, zijn gezicht betrokken. ‘Kunnen die koters verdomme niet gewoon lopen?’ Nu eens klaagt Wil over muziek van boven of opzij, dan zijn het … Lees verder
Hij spelt de reisgids uit
‘Laten we dit jaar maar niet op vakantie gaan,’ zegt Ger. ‘Thuis valt genoeg te zien.’ Mies, zijn vrouw, is het er niet mee eens, zij wil er graag op uit. Met haar vriendin spreekt ze een weekje Rome af. … Lees verder
Komt u mee mevrouwtje?
Sheila reist niet vaak per trein, het voelt een beetje als vakantie. Ze neemt haar boek mee, een pil van Nicci French, waar ze net in is begonnen, en een flesje water voor de ergste dorst. Onderweg naar het station … Lees verder