Het is hollen of stilstaan. Eerst die hectiek met mama, Pien was toen steun en toeverlaat. Maar niet bepaald het middelpunt, wat zij toch hoort te zijn nu ze pas samenwonen. Lange wittebroodsweken had Roel gewild. De actualiteit schrijft nu iets anders voor. ‘Thuis werken’ is het motto. Vanuit datzelfde appartementje waar Pien pas ingetrokken is. Bij Roel.
Vanochtend is de verbinding toch weer geslaagd, godlof, en is Roel in zijn nopjes dat hij zijn leerlingen weer ziet. Jongens met vlassnorren, een enkeling laat iets baardachtigs groeien. De meiden onbevangen als de meisjes die ze waren, met het voorkomen van vrouwen. En zo getalenteerd. Hun geinige koppen levensgroot in beeld. Als Roel een melodie voorgalmt en daarna speelt, roept Pien:
‘Kan het wat zachter?’
‘Nou nee,’ slikt Roel maar in. De irritatie in haar stem ontgaat hem niet. Het is niet voor het eerst dat hij muziek op afstand maak. Ze heeft er last van, zit net in de zoveelste vergadering op groepsskype, kampt met dezelfde digitale klunzigheid als hij.
Hij heeft een eigen kamer, zo is zijn flat nu eenmaal ingericht. Maar zij werkt in gezamenlijke ruimte, aan tafel in de huiskamer. Dat zint haar niets, gaf ze hem pas nog te verstaan.
‘Roel, wil je niet een poosje met mij ruilen? Jij hier, ik daar?’ vroeg ze. Diplomatiek, dat wel. Roel glimlachte het zo’n beetje weg, voelde meteen dat het er bête uitzag. Hij snapt Pien wel, maar hij ziet louter beren op de weg. Zijn instrumenten, zijn muziek, nou ja, alles in zijn kamer, moet hij dat naar hiernaast verkassen? Het verontrust hem ook. Hij zou Pien graag gelukkig maken.
Sinds dat virus rondwaart, is niets meer gewoon. Het zet hun leven op z’n kop. Pien en hij de hele dag over de vloer, dat hoort toch niet? Roel verlaat zijn cocon hooguit voor een bezoekje aan de supermarkt. Waar hij wantrouwig om zich heen kijkt. Loopt een winkelende klant niet te dicht langs, staat hijzelf wel anderhalve meter van de caissière af? Het virus is onzichtbaar, maar het nadert. Of het is er al. Roel weet het niet. Dat is het dreigende eraan. Heeft hij de pinautomaat, een lift- of deurknop aangeraakt met blote hand? Dan kan hij al besmet zijn, zijn werk niet doen, wordt hij afhankelijk van Pien, die hem dan moet verplegen. Of hij haar, hoe moet dat dan?
Zelf acteurs in films en hun geliefde series bekijkt hij nu met achterdocht. Alert door de vermaningen en voorschriften wegens de pandemie.
‘Zie je hoe dicht Robert de Niro op die zakenpartner zit?’ vraagt hij als ze Netflix kijken. ‘Hij kent hem nauwelijks.’ Geen anderhalve meter afstand.
‘Moet je die Meryl Streep nou zien,’ roept Pien. Al dat buitenechtelijk gezoen met die charmante fotograaf verontrust hen beiden. Weten die sterren niet wat er gaande is? Nee dus, houdt Pien hem en Roel haar telkens voor: dat beeld op de tv stamt al van jaren her. Toen alles nog gewoon was.