Een gifbeker aan haar lippen

Het drankgebruik was Linda de laatste jaren danig uit de hand gelopen. Net als bij Renske en Eveline, haar vriendinnen. Op een doordeweekse avond drie of vier glaasjes, in het weekend meer. Vaak veel meer. Linda kon zich slecht concentreren, Eveline sliep slecht, Renske had last van stemmingen. Minderen bleek razend moeilijk. Elk flesje dat half vol stond, smeekte hen om leeg. Dan stelden ze hun goede voornemens weer uit, en verloren ze vervolgens uit het oog. Verleden week hadden ze elkaar een radicaal andere aanpak beloofd. Gezworen, de rechter wijs- en middelvinger tegen elkaar aan omhoog: ‘Per 1 januari drinken we geen druppel meer.’

De eerste dag van het nieuwe jaar meldde het achtuurjournaal minder incidenten tijdens de jaarwisseling, een sjoemelend kamerlid, een naderend koufront. Het kon Linda allemaal niet boeien. Haar huiskamer leek grauw en kil, ondanks de kaarsjes, en de kerstboom. Een glas water op haar bijzettafeltje staarde haar aan. De moeilijkste van alle avonden, dacht ze. Zal ik Eveline bellen?

‘Ha Eef,’ zei ze. ‘Hoe gaat het?’ Ze zag haar vriendin aan de andere kant van de lijn bijna voor zich. Met haar woeste krullen, knalrood gestifte lippen, haar sigaretje in haar linker hand. Linda zette zich schrap voor de aanvechtingen en twijfels die Eveline over haar uit zou storten. Haar eigen lusteloosheid paste er naadloos in.

‘Kom je even langs?’ vroeg Eveline. Een loden gewicht gleed van Linda’s hart. Dat hadden ze vorige week meteen moeten afspreken. Met zijn tweeën onderuit gezakt voor de tv op Evelines bank zou het veel makkelijker zijn om water, sap of frisdrank te moeten drinken. In Evelines woonkamer met de gekleurde pegels en franje aan de lampenkappen, haar macramé wandkleden, haar lapjeskat op schoot. Als Eveline per ongeluk over Wijn begon, of naar haar drankkast liep, kon zij haar afleiden. Een Florence Nightingale gelijk. En andersom zou zij in Evelines armen kunnen uithuilen, wanneer ze het zelf te kwaad kreeg. Misschien kwam Renske ook.

‘Je hebt toch niets genomen hè?’ vroeg Linda voor de zekerheid. Alsof Eveline een gifbeker aan haar lippen hield.

‘Zo moeilijk,’ antwoordde Eveline. Linda was er niet gerust op.

‘Je bent toch geen spelbreekster, in je eentje?’

‘Renske is hier ook,’ zei Eveline.

‘O, echt?’ vroeg Linda. Laat zij Eveline nog even in bedwang houden. Dan doen we het straks samen, dacht ze. ‘Mag ik haar even?’

‘Renske!’ Er klonken stemmen op de achtergrond. ‘Er werd net aangebeld,’ zei Eveline. ‘Het zijn de buren.’ Die drankorgels? Linda kende hen. ‘Ze komen een wijntje doen. Kom je gauw?’ vroeg Eveline. Linda’s hart leek te bezwijken. Ze zweeg.

‘Hè Linda,’ zei Eveline. ‘Wat maakt één avond uit, op een heel mensenleven?’